Op twee uur rijden van Berkeley ligt de regio waar in ’t midden van de 19de eeuw de Californische
gold rush begon. In 1848 werd in Coloma het eerste goud gevonden (de goudzoekers worden nog altijd
forty-niners genoemd, naar het jaar waarop de rush van over heel de wereld naar Californië goed begon), zomaar in de rivier, wat het begin betekende van een stormloop op het goud. Goed tien jaar later was het meeste ontginbare goud opgeraapt en uit de rivier gevist en de goudkoorts grotendeels over. Maar tot vandaag zit 80% van het goud nog in de grond.
Dus wat doen wij dan? Putje graven natuurlijk. We hebben een paar schilfers gevonden (denken we), en een collectie quartzstenen meegebracht waar het goud meestal in zit.

We wilden ook Sutter Gold Mine bezoeken, een oude goudmijn waarin je kon afdalen. De mijn was gesloten; maar de eigenaar van een antiekhandeltje in Amador City wist ons te vertellen dat er sinds acht maanden weer gewerkt werd in de mijn, op zoek naar goud. De man die de toeristische rondritjes in de mijn verzorgde, zal waarschijnlijk een flinke premie gekregen hebben om op te krassen…
Voor de rest was de goudregio een leuke uitstap terug in de tijd – veel van de stadjes (Coloma, Amador, Sutter Creek, Jaxson, Columbia) zien er ongeveer nog uit als 160 jaar geleden. Meer foto's in
ons album.
we zouden het toch toffer vinden dat jullie goud meebrachten in plaats van schilfers he
BeantwoordenVerwijderenblijven zoeken is de boodschap