Op een dag zat ik met Winne te wachten voor een vaccinatie in de YMCA op 10th Street. Een meisje van een jaar of negen zat de hele tijd over Winnes schouder mee te kijken terwijl hij Angry Birds speelde op Maartens tablet. Omdat Winne toen nog geen Engels verstond, bleef ze mij maar vragen “Aks him if I can play too. Aks him, please.” Dat klonk vreemd, ik dacht dat ze ‘ask’ niet goed kon uitspreken. Tot ik in een parkeergarage aan een man vraag of ik er met Visa kan betalen. “You’ll have to aks over there, ma’m.” Hmm, aks is toch geen spraakgebrek, maar blijkbaar een zeer gebruikelijke manier om ‘ask’ uit te spreken, populair bij African-Americans en in een paar zuidelijke staten.
SFN 1: Well, nigga, why dontcha aks him?!
SFN 2: You mean kill him?
SFN 1: No, dummass, aks him!
SFN 2: What the fuck! I'm not gonna axe him!
SFN 1: Sheeit, you ain't gonna find out where the shit is then!
SFN 2: If I axe him, I sure as fuck won't!
SFN 1: Get the fuck out... I'll aks him!(uit de Urban Dictionary)
Vier Belgen in Berkeley. Vijf maanden wonen en werken vlakbij San Francisco. Tenminste, eentje van ons gaat werken. De andere (37, 5 en 1 jaar) gaan proberen zoveel mogelijk van California te genieten. Staan al op het lijstje: de Chinese nieuwjaarsparade in San Francisco (15 kilometer), Alcatraz (27 km), Golden Gate Bridge (33 km), Yosemite (230 km). Een goeie school vinden voor Winne en een diner voor op zaterdagochtend.
zaterdag 31 maart 2012
dinsdag 27 maart 2012
Baawbie
Winne spreekt nog niet heel veel Engels, maar wel met een mooi Amerikaans accent, veel beter dan het onze. “Hop on pop”, “miss Johnson”, ik spreek ze allemaal verkeerd uit. “Nee mama, miss Dzjansan moet je zeggen”.
Maar het mooiste misverstand hoorde ik vandaag. We zitten in de auto op weg naar huis, en ik vertel aan Maarten en Bea over hoe Bobby vanmorgen in de klas snel klaar wou zijn met zijn schrijfwerkjes door te spieken bij Kyle, de primus van de klas. Winne zit ondertussen te luistervinken, op de achterbank van de auto, en hij zegt – voor de zoveelste keer – “Maar er zít geen Bobby in de klas, ik ken geen Bobby.” Ik vond dat niet zo ongewoon, ook in Merelbeke heeft het lang geduurd voor hij alle namen van de kindjes van zijn klas kende. Tot mijn frank valt: “Maar Winne, je weet wel, dat jongetje die allemaal kleine staartjes heeft, net als Ahmyah.” “Ah ja, da’s Baawbie.” Baawbie moet dat dus uitgesproken worden, Bobby, dat bestaat hier niet.
Maar het mooiste misverstand hoorde ik vandaag. We zitten in de auto op weg naar huis, en ik vertel aan Maarten en Bea over hoe Bobby vanmorgen in de klas snel klaar wou zijn met zijn schrijfwerkjes door te spieken bij Kyle, de primus van de klas. Winne zit ondertussen te luistervinken, op de achterbank van de auto, en hij zegt – voor de zoveelste keer – “Maar er zít geen Bobby in de klas, ik ken geen Bobby.” Ik vond dat niet zo ongewoon, ook in Merelbeke heeft het lang geduurd voor hij alle namen van de kindjes van zijn klas kende. Tot mijn frank valt: “Maar Winne, je weet wel, dat jongetje die allemaal kleine staartjes heeft, net als Ahmyah.” “Ah ja, da’s Baawbie.” Baawbie moet dat dus uitgesproken worden, Bobby, dat bestaat hier niet.
donderdag 22 maart 2012
Eén op vier state parks in Californië gaat dicht
In juli 2012 sluiten 70 van de 279 state parks in Californië. We waren gisteren na schooltijd in ééntje ervan, China Camp State Park. Een prachtig park in de baai van San Francisco met een paar kleine strandjes, zoutmoerassen, eucalyptus- en eikenbos, wandel- en mountainbikesroutes en de overblijfselen van een Chinees garnalenvissersdorp uit 1880. Er leefden hier ooit meer dan 500 Kantonezen, die de garnalen droogden en exporteerden naar Chinese gemeenschappen overal in de VS. Nu is er alleen nog de 86-jarige garnalenvisser Frank Quan. Hij woont er al zijn hele leven tussen de enkele overgebleven huisjes, een cafeetje, een aanlegsteiger en een droogoven voor de garnalen.
In het grotere geheel is de sluiting van dit park en de andere 69 natuurlijk klein bier. Californië zit financieel in zeer slechte papieren. De staatschuld is 27 miljard dollar, ongeveer 2,5 keer zoveel als van België. En wat ben je met open ruimte en geschiedenis als er geen geld is om bruggen aardbevingsveilig te maken? Of om de schooljuffen te betalen – waardoor de schooldag elk jaar korter wordt? Maar toch.
State parks zijn prachtige plekken, en je ziet er altijd veel volk picknicken, barbecueën, wandelen, spelen. Ze worden goed onderhouden, en ze zijn van iedereen. Maar in tegenstelling tot andere staten (waar er met hogere toegangsprijzen, meer vrijwilligerswerk, privatiseringen… geprobeerd wordt ze boven water te houden), zet Californië de botte bijl erin. Exit China Camp dus, én Frank Quan, want zijn hutje is staatseigendom. Het ziet ernaar uit dat het park binnen drie maanden open ligt voor vandalen en vastgoedontwikkelaars.
Voorlopig lieten de black-tailed deer (Odocoileus hemionus columbianus) die gisteren vlakbij ons kwamen grazen, het alleszins niet aan hun hart komen.
Volgende keer moeten we toch echt die 5 of 10 dollar toegangsprijs voor het park betalen (want buiten het hoogseizoen is er vaak een systeem van self registration, je noteert je naam en stopt het bedrag in een brievenbusje. En als goeie Belg…). Wie weet kunnen we er elders een paar parken mee redden.
State parks zijn prachtige plekken, en je ziet er altijd veel volk picknicken, barbecueën, wandelen, spelen. Ze worden goed onderhouden, en ze zijn van iedereen. Maar in tegenstelling tot andere staten (waar er met hogere toegangsprijzen, meer vrijwilligerswerk, privatiseringen… geprobeerd wordt ze boven water te houden), zet Californië de botte bijl erin. Exit China Camp dus, én Frank Quan, want zijn hutje is staatseigendom. Het ziet ernaar uit dat het park binnen drie maanden open ligt voor vandalen en vastgoedontwikkelaars.
Volgende keer moeten we toch echt die 5 of 10 dollar toegangsprijs voor het park betalen (want buiten het hoogseizoen is er vaak een systeem van self registration, je noteert je naam en stopt het bedrag in een brievenbusje. En als goeie Belg…). Wie weet kunnen we er elders een paar parken mee redden.
woensdag 21 maart 2012
Kabouter Kwebbel
Nina was 16 maanden toen ze begon te stappen en te praten tegelijk. Ze is nu nét geen twee (volgende week!) en stapt nog altijd niet zonder geregeld te vallen, maar in babbelen is ze beter dan kabouter Kwebbel. En ze is al even enthousiast als haar broer op onze ontdekkingsreis door Californië. Meest gehoord uit haar mond:
- Mama, nieuw fimpje Ninja-Go kijken?
(We hebben hier Lego television op de kabel. Elke avond kijken ze naar een filmpje van Ninja-Go, ninja’s versus slangenleger) - Jeui,jeui, mojjen kinneboelelij gaan!
(Ze weet nog niet precies wat “morgen” betekent, maar als ik beloof om naar de kinderboerderij in Tilden Park te gaan, is dat het eerste wat ze ’s morgens in bed zegt) - Winnen na sool bjengen, dan museu gaan
(Bij regen is de Lawrence Hall of Sciences de perfecte speeltuin voor Winne. Ook Nina vindt musea fantastisch. Ze noemt haar broer niet meer “Wiwa”, maar “Winnen”, wat hij een enorme verbetering vindt) - Weekend, ’t otèl?
(Ja, in het weekend gaan we wel eens op hotel. Californië heeft 7 national parks en 279 state parks om te bezoeken) - Ja, ja, mama nina koffiebart gaan. Nina muf eten.
(Onze favoriete koffiebar bij goed weer: Espresso Roma. Heerlijke muffins) - Yestelen sasasiso weest, metolo. Leuk leuk!
(De metro is een belevenis voor alletwee. Terwijl Winne “Fran Sansisko” zegt, houdt Nina het op “sasasiso”. “Yestelen” is haar woord voor gisteren en alle andere dagen in het verleden).
dinsdag 20 maart 2012
Quote of the day # 2
| Santorum (met santorum op zich) |
| Santorum (met Colbert naast zich) |
maandag 19 maart 2012
Shamrock
| Jump up kick back whip around and spin. Ninja-Go! Ninja-Go! |
Na negen weken in een Amerikaanse klas heeft
Winne mij voor het eerst een nieuw woord geleerd. Hij kwam thuis met een
plastic klaverblad, het Iers nationaal symbool. Toen ik zei, "ha,
klaver" was hij verontwaardigd: "Nee, mama, da’s
a shamrock". En hij vertelde ook het Ierse verhaal over de leprechaun
die zijn pot vol goud verstopt aan het einde van de regenboog. Zaterdag
was St Patty’s Day, en de juf werkte de hele week rond die feestdag
(die hier trouwens minder uitbundig
gevierd wordt dan aan de oostkust – er was wel een parade, maar de stad
kleurde niet helemaal groen zoals we vier jaar geleden in Boston
zagen).
Na de spectaculaire groei van zijn woordenschat
de eerste weken, is Winne nu in een redelijk stille fase van zijn
taalverwerving. Hij spreekt in de klas nog niet veel Engels, maar
begrijpt duidelijk al véél meer (dat hij op woensdag altijd
huiswerk moet maken bijvoorbeeld). Ik vermoed dat hij pas echt Engels
zal spreken als hij het in volzinnen kan doen. Hij vindt het niet leuk
dat hij “water, please” moet zeggen, terwijl hij eigenlijk bedoelt “Een
glas water met een rietje en zonder ijsblokjes
alstublieft. En waar blijft mijn spaghetti?”. En er is zoveel ander
leuks om te leren, hij heeft zich helemaal gestort op het schrijven van
drieletterwoordjes. Benieuwd of het nog zal veranderen in de ongeveer 6
weken dat hij hier nog naar school zal gaan…
Er zitten in Winnes klas nog kindjes die thuis
een andere taal spreken. De ééntalige kindjes begrijpen dat allemaal
niet zo goed, wat dat betekent, een andere taal spreken. Op een ochtend
vroeg Christian, een schattig jongetje dat altijd
over Nina’s hoofd komt strelen, mij “How come you speak English and
Winne doesn’t?”. Een andere ochtend stortte Winne zich ‘s morgens,
zonder naar zijn tafelgenootjes te kijken, op zijn eerste taakje van de
dag.
Waarop Jaxson vraagt: “Hey, how come Winne doesn’t speak Dutch today?”.
Als Alejandro begint te niezen, vraag ik aan Ahmyah “What do you
say when someone sneezes?”. Zij: “Salud”. Alejandro: “No Ahmyah, bless
you”. God bless miss Johnson, die al deze kinderen tussen 4 en 6 dit
schooljaar nog Engels moet leren lezen én schrijven.
vrijdag 16 maart 2012
HELP!!!!!!!!!
We zijn hier nu 2,5 maand en we hebben nog eens zoveel te gaan. Verontrustend feit: ik ben zo maar eventjes 6 kg bijgekomen. Plan voor onze resterende Amerikaanse tijd: 6 kg verliezen. (Griet haar gewicht durf ik zelfs niet te vermelden.)
donderdag 15 maart 2012
Immigratie
Het is een echt verkeersbord, het stond tot voor enkele jaren langs de highway tussen San Diego en LA. En het waarschuwt voor… overstekende illegale vluchtelingen. Het ministerie van verkeer van Californië liet het bord maken nadat eind jaren 1980 meer dan 100 vluchtelingen overreden werden in de buurt van San Diego, tegen de Mexicaanse grens. Het bord is hier sindsdien het symbool geworden voor het verhitte immigratiedebat. Ik heb op Spaanse of Italiaanse stranden nog geen waarschuwingsborden gezien voor aanspoelende bootvluchtelingen, maar het toont wel hetzelfde probleem aan een andere zuidelijke grens van de westerse wereld. Het bord hangt als icoon van de tijd in het museum over de geschiedenis van California in Oakland.
Wat ik ook niet zal vergeten, is de foto van twee Japans-Amerikaanse kinderen uit 1942 met een label “Tagged for evacuation” op hun jas gespeld. Het is een stukje geschiedenis dat de Europese schoolboeken niet haalt, maar na de aanval op Pearl Harbour werden in de loop van 1942 bijna 120.000 Amerikaanse Japanners die aan de westkust van Amerika leefden in relocation-kampen samengebracht. Twee derde van hen waren Amerikaans staatsburger, geboren en getogen in de VS. Zelfs wie tot 1/16de Japans bloed had, kon geïnterneerd worden. Ze leefden er achter prikkeldraad in barakkenkampen in totaal afgelegen stukken van Californië en enkele andere staten. Pas begin 1945 kregen ze 25 dollar en een treinticket naar huis – voor wie ‘huis’ nog een optie was na drie jaar… We gaan in mei op onze reis door Zuid-Californië één van die kampen bezoeken: Manzanar, een beschermd historisch monument in de bloedhete woestijn vlakbij Death Valley.
![]() |
| foto Dorothea Lange, Oakland Museum of California |
zondag 11 maart 2012
Slecht weer vandaag
Van ’t weekend kwamen we een kudde dolle bizons tegen, zomaar op
een weide in Golden Gate Park in het midden van San Francisco. We zagen een
albino alligator, een groene anaconda en liepen door vier verdiepingen tropisch
regenwoud, gewoon in de California Academy of Sciences in SF. Een spectaculair
gebouw van Renzo Piano met een golvend groendak, en een van de mooiste en meest afwisselende
natuurhistorische musea die we de laatste jaren gezien hebben (een van de
duurste ook wel).
We maakten zelf een animatiefilmpje en een geluidsband bij een
stukje film, in het bijna verlaten maar even fantastische Oakland Museum of California. We vonden het beste ontbijtrestaurant tot nu toe –
pompoenpannenkoeken met siroop en een cheese
puff bij Fatapples op de hoek van Martin Luther King en Rose Street.
Tja, wat doet een mens anders in een druilerig weekend…
En oh ja, wij schakelden hier al over op daylight saving
time, zomertijd.
vrijdag 9 maart 2012
Redwood Country
De hoge bomen zijn niet het enige waarvoor er volk naar het stille
noorden van Californië komt. In en rond Garberville, een overjaarse
hippiekolonie en het enige dorp met wat winkels en hotels, wordt er zodanig
veel marihuana geteeld, dat het slecht is voor het grondwater en de gezondheid.
De milieubeweging moeit zich voor één keer niet met het grondwaterprobleem, ze
zit zelf te veel verweven met de wietteelt. In ons hotel vloog de wietgeur ons (allez, Maarten, ik ben geen kenner) zelfs
’s morgens vroeg in de neus. Maar bij ’t ontbijt hoorden we een meisje dat
duidelijk voor de streekspecialiteit naar hier afgezakt was, aan de telefoon zeggen
“Can you please call me back in an hour, I have to go to church now”…
Geïnteresseerden kunnen terecht in het plaatselijke Cannabis College. Meer foto's van onze trip hier.
dinsdag 6 maart 2012
Rare jongens, die Amerikanen. Pt. 3: Shop till you drop
In een
consumptiemaatschappij als Amerika is marketing een hogere kunstvorm. Bedrijven
bewegen hier hemel en aarde om potentiële klanten te identificeren, aan te
trekken en te houden. Target, de Amerikaanse Makro, gaat daarin zeer ver. Het
heeft een algoritme ontwikkeld om op basis van de aankopen die vrouwen doen te voorspellen
of ze zwanger zijn – zelfs nog voor ze hun directe omgeving op de hoogte hebben
gebracht. Eens geïdentificeerd krijgen de prille aanstaande moeders
gepersonaliseerde reclame en coupons om in Target te winkelen. Soms loopt er
echter iets mis. Zo las ik in de krant het verhaal van een vader die woedend de
lokale Target binnenstormde: '“My daughter got this in the mail!” he said. “She’s still in high school, and
you’re sending her coupons for baby clothes and cribs? Are you trying to
encourage her to get pregnant?”' De
filiaalmanager verontschuldigde zich en belde enkele dagen later om zich
nogmaals te excuseren (dat is standard klantenservice hier). Hij kreeg echter een
gelouterde vader aan de lijn: '“I had a talk with my daughter,” he said. “It turns out there’s been some
activities in my house I haven’t been completely aware of. She’s due in August.
I owe you an apology.”'' Big brother!
maandag 5 maart 2012
4.0 op de schaal van Richter
![]() |
| Tekende Winne vandaag in art class: een aardbeving waardoor de dino's uitsterven... |
![]() |
| ... maar gelukkig komen er na de aardbeving nieuwe, lieve dino's. Winne (roze mannetje tussen de dinopoten) mag zelfs verstoppertje spelen met de dino's. |
vrijdag 2 maart 2012
Verjaardag van Dokter Zeur
donderdag 1 maart 2012
Goudkoorts
Op twee uur rijden van Berkeley ligt de regio waar in ’t midden van de 19de eeuw de Californische gold rush begon. In 1848 werd in Coloma het eerste goud gevonden (de goudzoekers worden nog altijd forty-niners genoemd, naar het jaar waarop de rush van over heel de wereld naar Californië goed begon), zomaar in de rivier, wat het begin betekende van een stormloop op het goud. Goed tien jaar later was het meeste ontginbare goud opgeraapt en uit de rivier gevist en de goudkoorts grotendeels over. Maar tot vandaag zit 80% van het goud nog in de grond.
Dus wat doen wij dan? Putje graven natuurlijk. We hebben een paar schilfers gevonden (denken we), en een collectie quartzstenen meegebracht waar het goud meestal in zit.
We wilden ook Sutter Gold Mine bezoeken, een oude goudmijn waarin je kon afdalen. De mijn was gesloten; maar de eigenaar van een antiekhandeltje in Amador City wist ons te vertellen dat er sinds acht maanden weer gewerkt werd in de mijn, op zoek naar goud. De man die de toeristische rondritjes in de mijn verzorgde, zal waarschijnlijk een flinke premie gekregen hebben om op te krassen…
Voor de rest was de goudregio een leuke uitstap terug in de tijd – veel van de stadjes (Coloma, Amador, Sutter Creek, Jaxson, Columbia) zien er ongeveer nog uit als 160 jaar geleden. Meer foto's in ons album.
Dus wat doen wij dan? Putje graven natuurlijk. We hebben een paar schilfers gevonden (denken we), en een collectie quartzstenen meegebracht waar het goud meestal in zit.
Voor de rest was de goudregio een leuke uitstap terug in de tijd – veel van de stadjes (Coloma, Amador, Sutter Creek, Jaxson, Columbia) zien er ongeveer nog uit als 160 jaar geleden. Meer foto's in ons album.
Abonneren op:
Reacties (Atom)




