Vier Belgen in Berkeley. Vijf maanden wonen en werken vlakbij San Francisco. Tenminste, eentje van ons gaat werken. De andere (37, 5 en 1 jaar) gaan proberen zoveel mogelijk van California te genieten. Staan al op het lijstje: de Chinese nieuwjaarsparade in San Francisco (15 kilometer), Alcatraz (27 km), Golden Gate Bridge (33 km), Yosemite (230 km). Een goeie school vinden voor Winne en een diner voor op zaterdagochtend.

zaterdag 31 maart 2012

Aks me anythang

Op een dag zat ik met Winne te wachten voor een vaccinatie in de YMCA op 10th Street. Een meisje van een jaar of negen zat de hele tijd over Winnes schouder mee te kijken terwijl hij Angry Birds speelde op Maartens tablet. Omdat Winne toen nog geen Engels verstond, bleef ze mij maar vragen “Aks him if I can play too. Aks him, please.” Dat klonk vreemd, ik dacht dat ze ‘ask’ niet goed kon uitspreken. Tot ik in een parkeergarage aan een man vraag of ik er met Visa kan betalen. “You’ll have to aks over there, ma’m.” Hmm, aks is toch geen spraakgebrek, maar blijkbaar een zeer gebruikelijke manier om ‘ask’ uit te spreken, populair bij African-Americans en in een paar zuidelijke staten.
SFN 1: Well, nigga, why dontcha aks him?!
SFN 2: You mean kill him?
SFN 1: No, dummass, aks him!
SFN 2: What the fuck! I'm not gonna axe him!
SFN 1: Sheeit, you ain't gonna find out where the shit is then!
SFN 2: If I axe him, I sure as fuck won't!
SFN 1: Get the fuck out... I'll aks him!
(uit de Urban Dictionary)

dinsdag 27 maart 2012

Baawbie

Winne spreekt nog niet heel veel Engels, maar wel met een mooi Amerikaans accent, veel beter dan het onze. “Hop on pop”, “miss Johnson”, ik spreek ze allemaal verkeerd uit. “Nee mama, miss Dzjansan moet je zeggen”.

Maar het mooiste misverstand hoorde ik vandaag. We zitten in de auto op weg naar huis, en ik vertel aan Maarten en Bea over hoe Bobby vanmorgen in de klas snel klaar wou zijn met zijn schrijfwerkjes door te spieken bij Kyle, de primus van de klas. Winne zit ondertussen te luistervinken, op de achterbank van de auto, en hij zegt – voor de zoveelste keer – “Maar er zít geen Bobby in de klas, ik ken geen Bobby.” Ik vond dat niet zo ongewoon, ook in Merelbeke heeft het lang geduurd voor hij alle namen van de kindjes van zijn klas kende. Tot mijn frank valt: “Maar Winne, je weet wel, dat jongetje die allemaal kleine staartjes heeft, net als Ahmyah.” “Ah ja, da’s Baawbie.” Baawbie moet dat dus uitgesproken worden, Bobby, dat bestaat hier niet.

donderdag 22 maart 2012

Eén op vier state parks in Californië gaat dicht

In juli 2012 sluiten 70 van de 279 state parks in Californië. We waren gisteren na schooltijd in ééntje ervan, China Camp State Park. Een prachtig park in de baai van San Francisco met een paar kleine strandjes, zoutmoerassen, eucalyptus- en eikenbos, wandel- en mountainbikesroutes en de overblijfselen van een Chinees garnalenvissersdorp uit 1880. Er leefden hier ooit meer dan 500 Kantonezen, die de garnalen droogden en exporteerden naar Chinese gemeenschappen overal in de VS. Nu is er alleen nog de 86-jarige garnalenvisser Frank Quan. Hij woont er al zijn hele leven tussen de enkele overgebleven huisjes, een cafeetje, een aanlegsteiger en een droogoven voor de garnalen.

In het grotere geheel is de sluiting van dit park en de andere 69 natuurlijk klein bier. Californië zit financieel in zeer slechte papieren. De staatschuld is 27 miljard dollar, ongeveer 2,5 keer zoveel als van België. En wat ben je met open ruimte en geschiedenis als er geen geld is om bruggen aardbevingsveilig te maken? Of om de schooljuffen te betalen – waardoor de schooldag elk jaar korter wordt? Maar toch.

State parks zijn prachtige plekken, en je ziet er altijd veel volk picknicken, barbecueën, wandelen, spelen. Ze worden goed onderhouden, en ze zijn van iedereen. Maar in tegenstelling tot andere staten (waar er met hogere toegangsprijzen, meer vrijwilligerswerk, privatiseringen… geprobeerd wordt ze boven water te houden), zet Californië de botte bijl erin. Exit China Camp dus, én Frank Quan, want zijn hutje is staatseigendom. Het ziet ernaar uit dat het park binnen drie maanden open ligt voor vandalen en vastgoedontwikkelaars.

Voorlopig lieten de black-tailed deer (Odocoileus hemionus columbianus) die gisteren vlakbij ons kwamen grazen, het alleszins niet aan hun hart komen.

Volgende keer moeten we toch echt die 5 of 10 dollar toegangsprijs voor het park betalen (want buiten het hoogseizoen is er vaak een systeem van self registration, je noteert je naam en stopt het bedrag in een brievenbusje. En als goeie Belg…). Wie weet kunnen we er elders een paar parken mee redden.

woensdag 21 maart 2012

Kabouter Kwebbel

Nina was 16 maanden toen ze begon te stappen en te praten tegelijk. Ze is nu nét geen twee (volgende week!) en stapt nog altijd niet zonder geregeld te vallen, maar in babbelen is ze beter dan kabouter Kwebbel. En ze is al even enthousiast als haar broer op onze ontdekkingsreis door Californië. Meest gehoord uit haar mond:
  1. Mama, nieuw fimpje Ninja-Go kijken?
    (We hebben hier Lego television op de kabel. Elke avond kijken ze naar een filmpje van Ninja-Go, ninja’s versus slangenleger)
  2. Jeui,jeui, mojjen kinneboelelij gaan!
    (Ze weet nog niet precies wat “morgen” betekent, maar als ik beloof om naar de kinderboerderij in Tilden Park te gaan, is dat het eerste wat ze ’s morgens in bed zegt)
  3. Winnen na sool bjengen, dan museu gaan
    (Bij regen is de Lawrence Hall of Sciences de perfecte speeltuin voor Winne. Ook Nina vindt musea fantastisch. Ze noemt haar broer niet meer “Wiwa”, maar “Winnen”, wat hij een enorme verbetering vindt)
  4. Weekend, ’t otèl?
    (Ja, in het weekend gaan we wel eens op hotel. Californië heeft 7 national parks en 279 state parks om te bezoeken)
  5. Ja, ja, mama nina koffiebart gaan. Nina muf eten.
    (Onze favoriete koffiebar bij goed weer: Espresso Roma. Heerlijke muffins)
  6. Yestelen sasasiso weest, metolo. Leuk leuk!
    (De metro is een belevenis voor alletwee. Terwijl Winne “Fran Sansisko” zegt, houdt Nina het op “sasasiso”. “Yestelen” is haar woord voor gisteren en alle andere dagen in het verleden).

dinsdag 20 maart 2012

Quote of the day # 2

Santorum (met santorum op zich)
Rick Santorum, de republikeinse presidential nominee, is conservatiever dan conservatief. Vanwege de lelijke dingen die hij gespuid heeft over homo's, hebben enkele grappenmakers zijn naam een nieuwe definitie gegeven (dit was lange tijd het eerste zoekresultaat als je 'santorum' googelde: spreadingsantorum.com). Deze week stelde hij voor porno op het internet te verbieden, maar mijn oren gingen pas echt flapperen toen hij zijn licht over Nederland liet schijnen. De republikeinen proberen Obama's health care law met alle mogelijke middelen verdacht te maken. Obamacare is volgens hen het ultieme voorbeeld van 'European style socialism' (en dat is een belediging hier) én fascistische eugenetica.

Santorum (met Colbert naast zich)
Bewijs daarvoor? Nederland. Volgens Santorum zijn bejaarden in Nederland bang om naar het ziekenhuis te gaan omdat ze daar tegen hun zin euthanasie krijgen. Zo houden Nederlanders immers de groeiende ziektekosten in bedwang! Nederlandse bejaarden dragen zelfs armbandjes met daarop 'do not euthanize me'. 5% van alle sterfgevallen in Nederland - nog steeds volgens  de compleet van de pot gerukte Santorum - zijn gevallen van gedwongen euthanasie. Nederlandse oudjes gaan daarom en masse naar het buitenland voor hun ziektezorg. Stephen Colbert, mijn favoriete Amerikaanse komiek, maakte gehakt van Ricks gelul (kijken vanaf 2.50).

maandag 19 maart 2012

Shamrock

Jump up kick back whip around and spin. Ninja-Go! Ninja-Go!
Na negen weken in een Amerikaanse klas heeft Winne mij voor het eerst een nieuw woord geleerd. Hij kwam thuis met een plastic klaverblad, het Iers nationaal symbool. Toen ik zei, "ha, klaver" was hij verontwaardigd: "Nee, mama, da’s a shamrock". En hij vertelde ook het Ierse verhaal over de leprechaun die zijn pot vol goud verstopt aan het einde van de regenboog. Zaterdag was St Patty’s Day, en de juf werkte de hele week rond die feestdag (die hier trouwens minder uitbundig gevierd wordt dan aan de oostkust – er was wel een parade, maar de stad kleurde niet helemaal groen zoals we vier jaar geleden in Boston zagen). 

Na de spectaculaire groei van zijn woordenschat de eerste weken, is Winne nu in een redelijk stille fase van zijn taalverwerving. Hij spreekt in de klas nog niet veel Engels, maar begrijpt duidelijk al véél meer (dat hij op woensdag altijd huiswerk moet maken bijvoorbeeld). Ik vermoed dat hij pas echt Engels zal spreken als hij het in volzinnen kan doen. Hij vindt het niet leuk dat hij “water, please” moet zeggen, terwijl hij eigenlijk bedoelt “Een glas water met een rietje en zonder ijsblokjes alstublieft. En waar blijft mijn spaghetti?”. En er is zoveel ander leuks om te leren, hij heeft zich helemaal gestort op het schrijven van drieletterwoordjes. Benieuwd of het nog zal veranderen in de ongeveer 6 weken dat hij hier nog naar school zal gaan…

Er zitten in Winnes klas nog kindjes die thuis een andere taal spreken. De ééntalige kindjes begrijpen dat allemaal niet zo goed, wat dat betekent, een andere taal spreken. Op een ochtend vroeg Christian, een schattig jongetje dat altijd over Nina’s hoofd komt strelen, mij “How come you speak English and Winne doesn’t?”. Een andere ochtend stortte Winne zich ‘s morgens, zonder naar zijn tafelgenootjes te kijken, op zijn eerste taakje van de dag. Waarop Jaxson vraagt: “Hey, how come Winne doesn’t speak Dutch today?”.  Als Alejandro begint te niezen, vraag ik aan Ahmyah “What do you say when someone sneezes?”. Zij: “Salud”. Alejandro: “No Ahmyah, bless you”. God bless miss Johnson, die al deze kinderen tussen 4 en 6 dit schooljaar nog Engels moet leren lezen én schrijven.

vrijdag 16 maart 2012

HELP!!!!!!!!!

We zijn hier nu 2,5 maand en we hebben nog eens zoveel te gaan. Verontrustend feit: ik ben zo maar eventjes 6 kg bijgekomen. Plan voor onze resterende Amerikaanse tijd: 6 kg verliezen. (Griet haar gewicht durf ik zelfs niet te vermelden.)

donderdag 15 maart 2012

Immigratie

Het is een echt verkeersbord, het stond tot voor enkele jaren langs de highway tussen San Diego en LA. En het waarschuwt voor… overstekende illegale vluchtelingen. Het ministerie van verkeer van Californië liet het bord maken nadat eind jaren 1980 meer dan 100 vluchtelingen overreden werden in de buurt van San Diego, tegen de Mexicaanse grens. Het bord is hier sindsdien het symbool geworden voor het verhitte immigratiedebat. Ik heb op Spaanse of Italiaanse stranden nog geen waarschuwingsborden gezien voor aanspoelende bootvluchtelingen, maar het toont wel hetzelfde probleem aan een andere zuidelijke grens van de westerse wereld. Het bord hangt als icoon van de tijd in het museum over de geschiedenis van California in Oakland.

foto Dorothea Lange, Oakland Museum of California
Wat ik ook niet zal vergeten, is de foto van twee Japans-Amerikaanse kinderen uit 1942 met een label “Tagged for evacuation” op hun jas gespeld. Het is een stukje geschiedenis dat de Europese schoolboeken niet haalt, maar na de aanval op Pearl Harbour werden in de loop van 1942 bijna 120.000 Amerikaanse Japanners die aan de westkust van Amerika leefden in relocation-kampen samengebracht. Twee derde van hen waren Amerikaans staatsburger, geboren en getogen in de VS. Zelfs wie tot 1/16de Japans bloed had, kon geïnterneerd worden. Ze leefden er achter prikkeldraad in barakkenkampen in totaal afgelegen stukken van Californië en enkele andere staten. Pas begin 1945 kregen ze 25 dollar en een treinticket naar huis – voor wie ‘huis’ nog een optie was na drie jaar… We gaan in mei op onze reis door Zuid-Californië één van die kampen bezoeken: Manzanar, een beschermd historisch monument in de bloedhete woestijn vlakbij Death Valley.

zondag 11 maart 2012

Slecht weer vandaag

Van ’t weekend kwamen we een kudde dolle bizons tegen, zomaar op een weide in Golden Gate Park in het midden van San Francisco. We zagen een albino alligator, een groene anaconda en liepen door vier verdiepingen tropisch regenwoud, gewoon in de California Academy of Sciences in SF. Een spectaculair gebouw van Renzo Piano met een golvend groendak, en  een van de mooiste en meest afwisselende natuurhistorische musea die we de laatste jaren gezien hebben (een van de duurste ook wel). 
We maakten zelf een animatiefilmpje en een geluidsband bij een stukje film, in het bijna verlaten maar even fantastische Oakland Museum of California. We vonden het beste ontbijtrestaurant tot nu toe – pompoenpannenkoeken met siroop en een cheese puff bij Fatapples op de hoek van Martin Luther King en Rose Street.
Tja, wat doet een mens anders in een druilerig weekend…
En oh ja, wij schakelden hier al over op daylight saving time, zomertijd.

vrijdag 9 maart 2012

Redwood Country


Ze waren er al in het jaar 0 en toen de eerste Europeanen in hun buurt kwamen. Ze zijn niet allemaal gevallen voor de houthakkers in de 19de eeuw. Ze hebben 9/11 en president Bush overleefd. Ze zijn redelijk immuun voor schimmels en insecten. Ze kunnen de meeste bosbranden doorstaan; zelfs als hun binnenste helemaal uitbrandt. En ze zullen er nog wel een tijdje staan, zodat wij er in bewondering tussen kunnen lopen. Ze zijn niet de oudste, niet de breedste, maar wel de hoogste bomen op aarde. 

Kathedralen om tussen te lopen zijn het, de sequoia sempervirens die we in Humboldt Redwoods State Park zagen. De Dyersville giant bijvoorbeeld in Founders’ Grove was 110 meter hoog met een diameter van 5 meter toen hij in 1991 omviel (ter vergelijking: de Niagara Falls zijn 53 meter hoog, de Sint-Baafskathedraal 82 meter). 

De hoge bomen zijn niet het enige waarvoor er volk naar het stille noorden van Californië komt. In en rond Garberville, een overjaarse hippiekolonie en het enige dorp met wat winkels en hotels, wordt er zodanig veel marihuana geteeld, dat het slecht is voor het grondwater en de gezondheid.
De milieubeweging moeit zich voor één keer niet met het grondwaterprobleem, ze zit zelf te veel verweven met de wietteelt. In ons hotel vloog de wietgeur ons (allez, Maarten, ik ben geen kenner) zelfs ’s morgens vroeg in de neus. Maar bij ’t ontbijt hoorden we een meisje dat duidelijk voor de streekspecialiteit naar hier afgezakt was, aan de telefoon zeggen “Can you please call me back in an hour, I have to go to church now”…
Geïnteresseerden kunnen terecht in het plaatselijke Cannabis College. Meer foto's van onze trip hier.

dinsdag 6 maart 2012

Rare jongens, die Amerikanen. Pt. 3: Shop till you drop


In een consumptiemaatschappij als Amerika is marketing een hogere kunstvorm. Bedrijven bewegen hier hemel en aarde om potentiële klanten te identificeren, aan te trekken en te houden. Target, de Amerikaanse Makro, gaat daarin zeer ver. Het heeft een algoritme ontwikkeld om op basis van de aankopen die vrouwen doen te voorspellen of ze zwanger zijn – zelfs nog voor ze hun directe omgeving op de hoogte hebben gebracht. Eens geïdentificeerd krijgen de prille aanstaande moeders gepersonaliseerde reclame en coupons om in Target te winkelen. Soms loopt er echter iets mis. Zo las ik in de krant het verhaal van een vader die woedend de lokale Target binnenstormde: '“My daughter got this in the mail!” he said. “She’s still in high school, and you’re sending her coupons for baby clothes and cribs? Are you trying to encourage her to get pregnant?”' De filiaalmanager verontschuldigde zich en belde enkele dagen later om zich nogmaals te excuseren (dat is standard klantenservice hier). Hij kreeg echter een gelouterde vader aan de lijn: '“I had a talk with my daughter,” he said. “It turns out there’s been some activities in my house I haven’t been completely aware of. She’s due in August. I owe you an apology.”'' Big brother!

maandag 5 maart 2012

4.0 op de schaal van Richter

Tekende Winne vandaag in art class:
een aardbeving waardoor de dino's uitsterven...
Vanmorgen om 5.33u. sprongen we iets flukser dan anders uit ons bed. We wisten het meteen: aardbeving. Het klonk als een zwaar gerommel als van donder, en dan luid geklepper van de deuren van onze slaapkamerkasten. Moeilijk te zeggen hoe lang, maar ik schat dat het een second of dertig beefde; we stonden klaar in de nachthal om de kinderen uit bed te halen en onder een tafel te duiken, maar het was al voorbij. Niets gevallen, geen schade. Nina is niet wakker geworden, Winne had het wel gemerkt: hij had precies zeer luid op de deuren horen kloppen – en hij was onder de indruk toen we ’s morgens vertelden dat het een aardbeving geweest was.

... maar gelukkig komen er na de aardbeving nieuwe, lieve
dino's. Winne (roze mannetje tussen de dinopoten)
mag zelfs verstoppertje spelen met de dino's.
Het bleek een schok van 4.0 met epicentrum 7 kilometer noordelijker in El Cerrito, op 9 kilometer diepte. Het openbaar vervoer stopte voor tien minuten - de gebruikelijke veiligheidsprocedure om te checken of er geen schade is. Voor Californië is zo'n aardbeving business as usual, niets om langer dan een voormiddag over te praten. Al zei Winnes juf vanmorgen dat ze hier al twaalf jaar woont maar er nooit aan went; het doet haar altijd bibberen op haar benen.

vrijdag 2 maart 2012

Verjaardag van Dokter Zeur

Vandaag was een speciale dag in de klas: de verjaardag van dr. Seuss (spreek uit: zoews), die hele generaties kinderen leerde lezen met zijn rijmpjes. 
Bij Miss Johnson betekent dat de hele dag boekjes lezen, Seuss-tekeningen maken, en popcorn en cupcakes eten! (Wij noemen de man dokter Zeur – al zijn enkele boekjes echt grappig voor eerste lezers. Green eggs and ham  en The Sneetches zijn Winnes favoriet). 
Ik ging een beetje helpen in de klas, en Winnes vriendinnetjes Ahmyah (links op de foto) en Ana wilden zó graag met hem op de foto. En Miss Johnson natuurlijk ook!

 

donderdag 1 maart 2012

Goudkoorts

Op twee uur rijden van Berkeley ligt de regio waar in ’t midden van de 19de eeuw de Californische gold rush begon. In 1848 werd in Coloma het eerste goud gevonden (de goudzoekers worden nog altijd forty-niners genoemd, naar het jaar waarop de rush van over heel de wereld naar Californië goed begon), zomaar in de rivier, wat het begin betekende van een stormloop op het goud. Goed tien jaar later was het meeste ontginbare goud opgeraapt en uit de rivier gevist en de goudkoorts grotendeels over. Maar tot vandaag zit 80% van het goud nog in de grond.
Dus wat doen wij dan? Putje graven natuurlijk. We hebben een paar schilfers gevonden (denken we), en een collectie quartzstenen meegebracht waar het goud meestal in zit.

We wilden ook Sutter Gold Mine bezoeken, een oude goudmijn waarin je kon afdalen. De mijn was gesloten; maar de eigenaar van een antiekhandeltje in Amador City wist ons te vertellen dat er sinds acht maanden weer gewerkt werd in de mijn, op zoek naar goud. De man die de toeristische rondritjes in de mijn verzorgde, zal waarschijnlijk een flinke premie gekregen hebben om op te krassen…

Voor de rest was de goudregio een leuke uitstap terug in de tijd – veel van de stadjes (Coloma, Amador, Sutter Creek, Jaxson, Columbia) zien er ongeveer nog uit als 160 jaar geleden. Meer foto's in ons album.